Feest van het allerheiligst hart van Jezus



Vrijdag van de 2e week na Pinksteren

Gods levende liefde
Na onze blikken op de Eucharistie, de hoogste gift van Jezus' liefde voor de mensen, gevestigd te hebben, spoort de Kerk ons aan rechtstreeks de liefde van Christus' Hart als bron en oorzaak van elke gift te overwegen. Want het feest van het Heilig Hart is wel het feest van Jezus' liefde voor ons. ,Zie dit Hart, dat de mensen zo liefhad', zegde Jezus aan de H. Margaretha Maria, ,Zie dat Hart, dat de mensen zo liefhad', herhaalt de Kerk vandaag en toont ons, dat Gods barmhartigheid ons in Christus' Hart, dat om onze zonden gekwetst werd, oneindige schatten van liefde heeft willen schenken' (Collecta).
Door deze gedachte geïnspireerd, geeft de liturgie van vandaag een overzicht van de ontzaglijke weldaden die uit Christus' liefde vloeien en is zij een lofzang op die liefde. ,Cogitationes Cordis ejus', zingt het Introïtus van de Mis: ,Van geslacht tot geslacht beraadslaagt Jezus' Hart, hoe de zielen aan de dood te ontrekken en hoe ze in tijd van schaarste te voeden'.
Het Hart van Jezus is altijd op zoek naar zielen die nood hebben aan redding, om ze uit de banden van de zonde te verlossen; om ze in zijn Bloed te wassen en ze met zijn Lichaam te voeden. Het Hart van Jezus is in de Eucharistie altijd levend aanwezig om de honger te stillen van allen die naar Hem smachten, om allen te ontvangen en te troosten die, door het bittere leven ontnuchterd, in Hem hun toevlucht, vrede en opbeuring zoeken.
En Jezus zelf staat ons op de harde weg bij: ,Neem mijn juk op en leer van Mij dat Ik mild en nederig van hart ben. Dan zullen uw zielen rust hebben' (Alleluja). De smarten kunnen uit ons leven niet uitgeschakeld worden, maar wie voor Jezus' liefde kan in vrede lijden, zal in zijn Hart rust voor zijn moede ziel vinden.

Deur naar God
Het Evangelie en het Epistel brengen ons tot nog dichtere beschouwing van Jezus' hart. Het Evangelie (Joh. 19, 31-37) toont ons zijn Hart, door de lanssteek blootgelegd: ,een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans'.
De H. Augustinus becommentarieert hierop: ,De Evangelist zegt doorstak - stak open - om aan te tonen dat de poort van het leven daar geopend werd, waar de sacramenten uitvloeiden'. Uit Jezus' doorboord Hart, - symbool van de liefde die Hem als zoenoffer voor ons op het Kruis bracht -, vloeiden de sacramenten, verbeeld door het bloed en het water in die wonde.
En vermits die sacramenten ons wel het leven van de genade schenken, mogen wij terecht zeggen dat Jezus' Hart opengestoken werd om ons tot het leven te brengen'. Hoe nauw toch is de poort die voert naar het leven' (Mat. 7, 14) heeft Jezus eens gezegd. Indien wij echter met die poort de wonde in Jezus' hart bedoelen, mogen wij zeggen dat er geen Poort met meer gastvrijheid kon opengaan.
In zijn prachtig epistel (Ef. 3, 8-9) nodigt de H. Paulus ons uit, nog verder Jezus' hart te betreden om zijn ondoorgrondelijke rijkdom te aanschouwen en het Geheim te bevroeden, dat voor de eeuwen verborgen is in God'. Dit geheim is het mysterie van Gods oneindige liefde, die ons van eeuwigheid vóór was en zich in het vleesgeworden Woord openbaarde. Het is het mysterie van die liefde die ons heeft willen vrijkopen en heiligen in Christus, door Hem hebben wij vol vertrouwen de vrije toegang tot God.
Nog eens stelt Jezus zich als de poort voor die tot redding voert: ,Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered' (Joh. 10, 9). Die deur is zijn Hart, dat zich voor ons openbaarde en ons toegang tot het leven verleende. Liefde alleen kan ons dit mysterie van oneindige liefde laten begrijpen. Gewone liefde is echter niet genoeg: gelijk de H. Paulus zegt, moeten wij in de liefde geworteld en gegrondvest blijven. Alleen zo vermogen we de liefde van Christus te kennen, die de kennis te boven gaat, opdat wij vervuld worden tot de gehele volheid Gods.

Mijn hart en mijn schat
,Jezus, God liet toe dat een soldaat uw zijde openstak en doorboorde. Door het Bloed en het water die eruit vloeiden werd ook de prijs van ons heil betaald. Zo werd uit die opwelling vanuit de geheime diepte van uw Hart aan de sacramenten de kracht gegeven ons het leven van de genade te verlenen. Aldus putten zij die in U leven aan de bron van het eeuwig leven. Sta dus op, mijn ziel, houd niet op met waken, leg hier uw mond te drinken en laaf u aan de bron van de Heiland. ,Nu ik uw hart betreden heb, Jezus, en me daar heerlijk voel, wil ik me niet zo maar van U laten wegrukken. Het is zo goed, in uw Hart te wonen! Uw Hart, goede Jezus, is de rijke schat, de kostbare parel die ik in het geheim van uw doorboord Lichaam ontdekt heb als in een uitgegraven veld. Wie zou er die parel wegwerpen? Ik zou liever alle parels ter wereld weggooien, al mijn gedachten en genegenheden voor die ene parel inruilen. Ik zal al mijn zorgen in uw Hart leggen, goede Jezus: het zal mij ongetwijfeld voldoen. Ik heb uw Hart gevonden, Heer: uw Koningshart, uw Broederhart, uw Vriendenhart. Zal ik, in uw Hart geborgen, niet bidden? Ja zeker. Reeds zeg ik openlijk dat uw Hart ook mijn Hart is. Indien Gij mijn Hoofd zijt, zal ik niet alles dat van U is als van mij beschouwen? Zijn de ogen in mijn hoofd niet mijn ogen? Het hart van mijn geestelijk Hoofd is dus wel mijn hart. Dit is me een grote vreugde: Gij en ik hebben éénzelfde hart. Nu ik dat goddelijk Hart teruggevonden heb dat van U en van mij is, bid ik U, mijn God, mijn gebeden in uw heiligdom te aanvaarden en me gans in uw Hart op te nemen!'
(H. Bonaventura).

Feest van het allerheiligst hart van Jezus